Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij zeide tot hen: Wat [is het], dat gij Mij gezocht hebt? Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen [57]Mijns Vaders? 57. Namelijk die God mijn hemelse Vader mij heeft bevolen, en waartoe Ik van Hem in de wereld gezonden ben.